Vrijdag 9 november 20:15
‘Heel Chanteloup zal op Kerstavond met mij dineren … Ik wil een prettige avond voorbereiden, … en ik heb al een afspraak gemaakt met Balbastre, die een lange kerstsuite zal spelen op zijn fortepiano.’
Dit schreef de markies van Deffand in 1744 aan Voltaire. Hoe ver was de nederige organist uit Dijon gekomen sinds hij in 1750 in Parijs was gearriveerd!
Al snel veroverde Balbastre de belangrijkste posities als organist en musicus: Saint-Roch (1756), Notre-Dame (1760), Chapelle royale, organist van de broer van de koning (de toekomstige Lodewijk XVIII) en klavecimbelleraar van de hertog van Chartres en Marie-Antoinette. Balbastre was ook titulair organist van de koninklijke abdij Panthémont, waar hij lesgaf aan jonge leerlingen uit de rijkste en machtigste families van Frankrijk. Hun namen echoën in de titels van zijn vele klavecimbelstukken.
Claude-Bénigne Balbastre was ook een beroemde virtuoos. Tijdens de Concerts Spirituels wist hij het publiek te betoveren met klavecimbelbewerkingen van ouvertures van zijn stadsgenoot Rameau en (vergelijkbaar met Händel) met zijn orgelconcerten. Zijn faam was zelfs zo groot dat de aartsbisschop van Parijs hem tweemaal moest verbieden om variaties op zijn Noels(kerstliedjes) tijdens de middernachtmis te spelen, omdat de kathedraal de grote toeloop van publiek niet aankon. Dom Bédos liet in zijn Art du facteur d’orgues een kostbare getuigenis na over Balbastres kunde: hij graveerde een van Balbastres romances met alle noodzakelijke opmerkingen om het op een mechanische speeldoos met cilinder te kunnen afspelen.
De stukken in het eerste deel van Balbastres Pièces de clavecin (1759) zijn meer verfijnd en minder decoratief dan zijn Noels (die hij in 1770 bundelde en publiceerde). Ze geven blijk van een heel inventieve musicus die de traditie van François Couperin volgde maar duidelijk ook bekend was met de werken van zijn collega’s Rameau, Scarlatti en Duphly. Met name deze collectie droeg bij aan zijn faam als componist. Men kan niet anders dan het eens zijn met de recensent die de stukken in Mercure de France (februari 1759) omschreef als ‘goede en gevarieerde stukken met aantrekkelijke harmonieën, die het instrument alle mogelijke charme geven zonder die kunstmatige vorm van virtuositeit waarin niemand plezier heeft.’
PROGRAMMA
Op het programma staan, naast werken van Balbastre, ook stukken van zijn tijdgenoten als François Couperin, Jean-Philippe Rameau, Jacques Duphly en Domenico Scarlatti!
Ursula Dütschler
werd in Thun/Zwitserland geboren en begon op vijfjarige leeftijd met het spelen van klavecimbel. Zij studeerde op het conservatorium in Bern bij Jörg Ewald Dähler en bij Kenneth Gilbert aan het Mozarteum in Salzburg. In 1990 ging zij naar de Cornell University in de Verenigde Staten om fortepiano te studeren bij Malcolm Bilson.
Ursula Dütschler won verschillende concoursen, waaronder het Internationale Klavecimbel Concours in Parijs en het Internationale Erwin Bodky Concours voor fortepiano in Boston.
Op beide instrumenten heeft Ursula Dütschler een veelzijdige concertpraktijk ontwikkeld en is ze op verschillende internationale podia en festivals te horen, zowel als soliste als in diverse kamermuziek ensembles.
Ook trad zij op met orkesten als het Combattimento Consort Amsterdam, Het Orkest van het Oosten, Orchestre de Chambre de Lausanne, Orquesta Sinfonica de Galicia, Orquesta National de Barcelona y de Catalunia, Württembergisches Kammerorchester en Zürcher Kammerorchester.
Haar omvangrijke discografie bij Claves Records bevat naast talrijke kamermuzikale uitvoeringen opnames met solowerken van Bach, Balbastre, Byrd en Scarlatti op klavecimbel en van Beethoven op fortepiano.
Behalve voor Claves Records maakte zij ook opnames voor de labels Auvidis, BMG Classics, Brilliant Classics, Camerata Tokyo, Musicaomnia en Aliud Records. Haar nieuwste CD met Raymond Honing (arrangementen van Beethoven voor 8-kleppenfluit en fortepiano) is met een 9 van Luister gerecenseerd.
Met haar ensemble Camerata 1800, gespecialiseerd in muziek rond 1800, was Ursula Dütschler in de afgelopen jaren te horen in pianotrio repertoire en in veelzijdige en verrassende programma’s met verschillende bezettingen. Tegenwoordig ligt haar focus bij soloconcerten en concerten in duo combinaties met haar muzikale partners zoals Frank Wakelkamp, cello, Raymond Honing, fluit, Francine van der Heyden, sopraan en Eric Hoeprich, klarinet.
In 2005 kwam Ursula Dütschler in aanraking met de muziek en de Movements van G. I. Gurdjieff.
Zij volgde seminaars bij Wim van Dullemen en sinds enige jaren begeleidt zij Movements seminaars in Nederland en Duitsland op de piano.